In Nederland is de ATEX 137-richtlijn geïmplementeerd in hoofdstuk 3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, paragraaf 2a Explosieve atmosferen (artikel 3.5a tot en met artikel 3.5f). Het toezicht op de naleving van paragraaf 2a Explosieve atmosferen ligt expliciet bij inspecteurs van de Inspectie SZW. Bij risicovolle bedrijven komen vaak meerdere potentieel explosieve atmosferen voor. Bij deze BRZO bedrijven is de ATEX 137-problematiek vaak zeer complex. Naast een goede inventarisatie is een ATEX Awareness cursus eveneens voorwaarde.

De gevaren in verband met explosieve atmosferen moeten in hun geheel worden beoordeeld waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met:

  • de waarschijnlijkheid van het voorkomen en het voortduren van explosieve atmosferen;
  • de waarschijnlijkheid dat ontstekingsbronnen aanwezig zijn en daadwerkelijk ontsteken;
  • de installaties, de stoffen, de processen en hun wisselwerking;
  • de omvang van de te verwachten gevolgen;
  • aangrenzende ruimten.

Een up-to-date gevarenzone-indeling voor stof en/of damp- en gasexplosiegevaar moet dus aanwezig zijn met achterliggende informatie hoe de zones tot stand zijn gekomen. De ATEX 137-richtlijn vergt bij een BRZO bedrijf met name een uitwerking in diverse maatregelen in combinatie met de toepassing van de meer uitvoerende veiligheidsbeheerssyteem (VBS)-onderdelen.

Uw medewerkers dienen dus aantoonbaar opgeleid te zijn. Dan is een E-learning ATEX Awareness aan te raden.